Als Sam Falson werd hij een kwart eeuw geleden geboren in Australië, maar inmiddels verovert hij de wereld als Sam Sparro. Met dat veroveren is Sam trouwens al vroeg begonnen. Als peuter verhuisde Sam met het gezin van Australië naar Los Angeles (zijn vader, Chris Falson, is ook muzikant, had een platencontract gekregen en kon daar een soul-album opnemen). Op z’n vijfde trad de kleine Sam al op in een tv-reclame voor McDonalds. Daarnaast was hij te horen in het radioprogramma ‘Adventures in Odyssey’. Zijn stem viel op: zangeres Chaka Khan werd al vroeg een van z’n grootste fans. Ze hoorde de elfjarige Sam en riep uit: “Damn, that white boy can sing!”Toen Sam groot genoeg was om de wijde wereld in te trekken, verhuisde hij via Sydney naar Londen. Het bracht hem geen succes, en terug in Los Angeles nam hij noodgedwongen een baantje in de horeca. In die tijd schreef hij ook zijn eerste eigen nummers. Vorig jaar kwam Sams debuutsingle uit, ‘Cottonmouth’. Maar de doorbraak komt nu pas met de opvolger daarvan, ‘Black and gold’. In Groot-Brittannië bereikte het nummer twee maanden terug de tweede plaats.
Sam zegt zelf over zijn doorbraak: “Bij mijn terugkeer in Los Angeles was ik even helemaal de weg kwijt. Ik wist niet meer wat ik aan het doen was; ik stond de hele dag cappuccino’s te maken, terwijl ik niets liever wilde dan zingen op een podium. Ik schreef ‘Black and gold’ toen ik naar de hemel zat te staren en mezelf zag als een miniem lichtje in het oneindige heelal.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten